De Oesterputten worden gebruik door schaal- en schelpdierkwekers in Yerseke, die hun oesters in de oesterputten "tot rust" laten komen. Deze oesters zijn namelijk net opgevist uit de wateren van de Oosterschelde en de Grevelingen. Per soort liggen ze in genummerde putten te wachten tot ze verpakt en verkocht worden.
De oesterputten en loodsen daar omheen dateren uit 1873 en zijn in het bezit van de oesterkwekers. In de loodsen worden de oesters gesorteerd. De oesters worden gecontroleerd door ze tegen elkaar te tikken. Klinkt de oester hol, dan is ze niet eetbaar. De oesters worden zo dicht mogelijk op elkaar verpakt om te voorkomen dat ze open gaan. Op en onder de oesters wordt een dekentje van zeewier gelegd om eventuele verschuivingen van de oesters tegen te gaan. En dat allemaal nog steeds handmatig.